“Het is natuurlijk niet zo dat we ooit een nieuwe aarde krijgen” zei ze, terwijl ze haar protestbord omhoog hield. “Daar ben ik nog niet zo zeker van”, antwoordde ik, terwijl ik glimlachend doorliep naar mijn trein.

“Het is natuurlijk niet zo dat we ooit een nieuwe aarde krijgen” zei ze, terwijl ze haar protestbord omhoog hield. “Daar ben ik nog niet zo zeker van”, antwoordde ik, terwijl ik glimlachend doorliep naar mijn trein.
De hele bijbel lezen in een jaar? Onmogelijk! Studeren op een nog hoger niveau? Moet je niet willen! Goede voornemens voor het nieuwe jaar? Over drie weken ben je die alweer vergeten! Of het nu je eigen stem is, of die van een ander. Al snel lijkt niets ervan meer mogelijk. Onhaalbaar. Ondenkbaar. Maar wat nu als het lukt?
En precies dat is de vraag die de laatste tijd bij me speelt. ‘Maar wat nu als het lukt?’. Stiekem was die vraag er vorig jaar ook al. ‘Maar wat nu als ik mijn P wel binnen een jaar haal?’. Mijn P binnen een jaar halen lukte. En inderdaad, al snel sprak het stemmetje: ‘zo bijzonder is dat niet.’ En het stemmetje heeft gelijk. Zo bijzonder is dat niet. Maar het lukte wel!
Het is de tweede dag. Ik loop samen met de twee anderen door de smalle straatjes van de oude stad in Jeruzalem. We zijn onderweg. Onderweg naar de plek die ik gezien moet hebben: Betesda. ‘Het huis van barmhartigheid’. De plek waar Jezus was en Zijn barmhartigheid liet zien. In mijn gedachte heeft deze plek altijd iets mysterieus gehad. Ik heb ernaar uit gekeken om deze plek te zien. Te ontdekken wat ik me erbij voor moet stellen. Hoe ik misschien al die tijd het verkeerde beeld had van het verhaal dat ik las.
Ik loop door de smalle straatjes van de oude stad in Jeruzalem. Met in mijn achterhoofd de zin: ‘Als je er eenmaal geweest ben, kom je er terug’. Verschillende mensen hadden voor mijn reis deze woorden uitgesproken. Ik probeer het te begrijpen, te voelen en te zien. Maar het lukt me niet. Wat hebben zij wel gezien, wat ik niet zie? Al slenterend probeer ik het te ontdekken, maar het lukt me niet. Niet nu in ieder geval. Ik zie enkel de mooie oude stad met haar smalle straatjes en kleine winkeltjes. Het heeft iets bijzonders. Iets unieks.
De dood staat vandaag centraal. In veel delen van de wereld wordt deze vandaag zelfs aanbeden. Voor één dag vieren we de dood. We jagen elkaar angst aan. Zetten maskers op. Vertellen elkaar verhalen over de dood. Over hoe mooi de dood is. En nu kan ik ervoor kiezen om, op een dag als vandaag, de dood niet te benoemen. Maar dat zou ergens niet eerlijk zijn. Want ook in mijn leven speelt de dood een rol. Ik sta zelfs een weekend per jaar stil bij de dood! Ik zing erover. Spreek erover. En sta (zonder het soms zelf te weten) er elke dag mee op.