Het is de tweede dag. Ik loop samen met de twee anderen door de smalle straatjes van de oude stad in Jeruzalem. We zijn onderweg. Onderweg naar de plek die ik gezien moet hebben: Betesda. ‘Het huis van barmhartigheid’. De plek waar Jezus was en Zijn barmhartigheid liet zien. In mijn gedachte heeft deze plek altijd iets mysterieus gehad. Ik heb ernaar uit gekeken om deze plek te zien. Te ontdekken wat ik me erbij voor moet stellen. Hoe ik misschien al die tijd het verkeerde beeld had van het verhaal dat ik las.
We lopen door de poort naar binnen. De twee anderen, met wie ik onderweg ben, blijven achter. Ik loop alleen verder en kom aan bij de rand van dat wat er nog over is van Betesda. Ik kijk uit over de ruïnes. Langzaam loop ik verder naar beneden. In de hoop daar iets te ontdekken van het verhaal. Iets terug te vinden van wat er op deze plek gebeurd is.
Jeugd
In mijn jeugd heb ik het verhaal van de man die genas in Betesda vaak gehoord. De juf of meester vertelde dan over een engel die het water aanraakte. En dat de eerste die in het water was, genas. En het klonk logisch. Maar ergens doet dat het steeds minder de laatste jaren. Het lijkt niet te rijmen. Het rijmt niet met de manier waarop ik me God en Zijn engelen voorstel. Het heeft iets geks. Waarom zou de God die iedereen kan genezen, niet iedereen genezen? Waarom is het telkens maar een iemand? Als ik het zo lees, lijkt het oneerlijk. Gek genoeg heb ik me dat nooit bedacht bij Jezus die deze ene man geneest. Deze ene man te midden van alle anderen die lagen te wachten op hun genezing.
Betesda
Ik loop dwars door de ruïne heen. Ik kijk om me heen en probeer me voor te stellen hoe Jezus hier gelopen heeft. Hoe de man hier gelegen heeft. Hoe Jezus naar hem toe kwam en hem die ene vraag stelde: ‘Wil je genezen?’. Ik beeld me in hoe de man antwoordde. Hoe het gesprek tussen Jezus en hem gegaan is. En hoe de man vervolgens genas, opstond van deze plek en Betesda verliet. Ik loop verder en ga de trappen weer op. Naar boven. Misschien wel net als hij. De wereld weer in. Hij richting zijn volksgenoten. Ik de andere toeristen weer tegemoet.
Thuis
Inmiddels ben ik alweer even thuis. Ik kijk wat foto’s terug van mijn reis, waaronder de foto’s van Betesda. En terwijl ik kijk naar de foto’s bedenk ik me dat er in de afgelopen eeuwen weinig veranderd lijkt te zijn. Waar je vroeger voor je genezing naast het bad van Betesda kon (en misschien zelfs wel moest) gaan liggen, bezoeken we nu massaal genezingsdiensten. Onze ‘genezingsdiensten’ zitten vol met mensen die wachten op ‘hun’ genezing. En hoewel er massa’s zieke mensen zijn, lijkt er vaak maar ééntje naar huis te gaan met deze genezing. De kerk, vaak ons huis van barmhartigheid lijkt daarmee, voor veel mensen, vaker niet barmhartig, dan wel. En dat schuurt.
Jezus zag deze man
Gelukkig werd deze man gezien door Jezus. Hij hoefde niet meer te wachten totdat het water bewoog en hij er als eerste in was. Hij kreeg de kans om zonder het water aan te raken, te genezen. En dat is bijzonder. Mooi zelfs. Maar net als door het water, lezen we dat (ook) Jezus maar één iemand geneest. Deze ene man. De anderen zijn daar waarschijnlijk achtergebleven. Liggende. Wachtend op hun genezing. En weer lijkt het oneerlijk. Vreemd zelfs. Jezus kon iedereen genezen, maar lijkt te kiezen voor de genezing van deze ene man. Het past bij de ervaring die ik en veel anderen met mij hebben. We bidden voor de genezing van zoveel mensen, maar zien er maar weinig genezen. Het levert ons vragen op. Het blijft mysterieus.
Zonder het water aan te raken
Deze man gaf overigens geen volmondig ‘ja’ toen Jezus hem vroeg of hij wilde genezen. Integendeel: zijn antwoord klonk nogal moedeloos. ‘Heer, als het water gaat bewegen is er niemand om mij erin te helpen; ik probeer het wel, maar altijd is een ander al vóór mij in het water.’ Waar de man zich focust op zijn situatie en ‘de manier’ om te genezen, verrast Jezus hem met iets wat bijna onmogelijk lijkt: genezen zonder het water maar aan te hoeven raken.
‘Huis van barmhartigheid’
Betesda. ‘Het huis van barmhartigheid’ heeft mij meer vragen opgeleverd dan antwoorden. Het confronteerde me met de pijn die (ook) wij in deze tijd kunnen ervaren bij onderwerpen als ziekte en genezing. Betesda is er (in mijn gedachte) niet minder mysterieus op geworden. Ik geloof in genezing. Ik geloof dat de opdracht die Jezus Zijn discipelen gaf ook voor ons geldt. Dat wij zieke de handen op mogen leggen en dat ze in Jezus’ naam zullen genezen. Al heb ik daar ook vaak mijn vragen bij. Zeker als het niet gebeurt. Als genezing uitblijft. Soms zou ik weleens bij zo’n ‘Jezus-moment’ willen zijn. Zien hoe Hij iemand geneest. Hem vragen stellen hoe het zit. Van Hem leren. Een discipel zijn. Maar of dat mijn vragen weg zou nemen of beantwoorden? Ik betwijfel het.
Bijbel: Johannes 5:1-18
Mooi geschreven ,jij bent niet de enige die hier mee worsteld,ook wij hebben deze vragen. Gr
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi verwoord Niels
LikeLike