Dagelijks loop ik langs ze. Twee mensen. Niet altijd dezelfde. Vaak niet eens in hetzelfde tweetal. Maar wel met hetzelfde doel. Aanwezig zijn. Daar naast een zelf meegenomen karretje met boekjes staan. Boekjes met de uitdagende titels ‘Wat leert de bijbel echt?’ en ‘Schepping: het echte verhaal’. En zonder deze mensen ooit gesproken te hebben. En het met ze eens te zijn in wat ze delen. Leren ze me wel iets.
Na honderden keren langs ze gelopen te zijn, vroeg ik me aantal weken geleden af hoe het nou komt dat deze mensen daar altijd staan. Is daar een bepaald rooster voor? Hebben al deze mensen geen werk? Of werken ze zo flexibel dat ze tijd hebben om naast ‘mijn’ station te staan? En nog steeds heb ik daar geen antwoord op. Wellicht ontbreekt het me aan de moed om het te vragen. Wellicht doet het antwoord me er ook al niet meer toe. Er kwam al snel namelijk een nieuwe vraag in me op: Niels, zou jij daar ook staan voor (jouw) God? Eerlijk gezegd denk ik het niet. Ik ben niet zo’n “evangelisatie-christen”, die met zijn zeepkistje op het plein gaat staan. Predikend over God. Sterker nog: binnen mijn studie durf ik het met iedereen te hebben over God, maar daarbuiten durf ik het maar zelden. Te bang voor de mening van anderen. Te bang om ‘gek’ gevonden te worden.
Hetgeen wat ik van hen kan leren? Aanwezig zijn. En dat leer ik niet alleen van hen. Maar ook van Jezus. Jezus was aanwezig. Jezus was daar waar zondaars waren. Hij was daar waar mensen waren die er niet helemaal bij hoorde. Bij de mensen die door iedereen veroordeeld werden. En het mooie: Hij was daar vaak niet alleen. Hij nam zijn leerlingen mee. Zij maakte deel uit van Zijn aanwezigheid. Zij zagen Jezus aanwezig zijn en kregen daar vragen over. Een mooie leerschool, met directe toets, lijkt me!
Hij (Levi) richtte in zijn huis een groot feestmaal voor hem aan, waarop een groot aantal tollenaars en anderen samen met Jezus aanwezig waren. De Farizeeën en hun schriftgeleerden zeiden morrend tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars?’ Maar Jezus antwoordde: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar wie ziek is wel; ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen.’
Lucas 5:29-32, NBV
En dat is wat ik van Jezus kan leren: aanwezig zijn! Mezelf laten zien als christen. Aanwezig zijn daar waar ik nodig ben. Daar waar mensen zijn die iemand nodig hebben. Al is het maar omdat niemand met ze wil eten. Ze veroordeeld worden. Of ‘vreemd’ zijn. Aanwezig zijn en misschien wel vragen krijgen. Misschien zelfs wel ‘gek’ gevonden worden. Mijn ‘ik’ inleveren voor een ‘wij’ en ‘Hij’. Niet enkel lezen, schrijven of praten over wat Jezus deed. Maar het doen. Durf ik dat aan? Durf ik aanwezig te zijn voor (mijn) God? Aanwezig zijn in de wereld die Hij schiep en zo lief heeft? Dat is de uitdaging. Maar de moeite waar, toch?
Ps: Grappig dat Jezus de vraag beantwoordt die aan de leerlingen gesteld wordt. In zijn antwoord richt Hij zich op Zijn eigen handelen, maar zegt Hij tegelijkertijd zoveel over het handelen van zijn leerlingen. Over wat Hij hen leert.